Het is 1939 en het verhaal speelt in Duitsland. En als je dan weet dat de dood de verteller is, dan kan het bijna niet goed aflopen. Liesel Meminger is samen met haar broertje op weg naar de familie Hubermann in Molching. Onderweg gaat haar broertje dood en steelt Liesel haar eerste boek. Rosa en Hans Hubermann zijn haar nieuwe ouders. Rosa is een veelvuldig scheldende vrouw en Hans is een schat van een vader. Hij zal haar leren lezen.
’s Nachts heeft Liesel regelmatig nachtmerries waarin haar broertje keer op keer dood gaat. Hans kalmeert haar steeds en al snel beginnen ze ’s nacht te lezen. Liesel kan nog niet lezen en beetje bij beetje leert ze het. Ze lezen uit het gestolen boek. Het lezen maakt Liesel hebberig en ze zal in de toekomst nog meer boeken stelen. Er is immers geen geld om boeken te kopen.

Liesel sluit al snel vriendschap met kinderen uit de buurt. Rudy, haar buurjongen, is haar beste vriend. Ze ondernemen samen tochten waarop ze eten stelen. En soms steelt Liesel dus ook een boek. Het leven van Liesel verandert als er op een nacht ineens een vreemde man in de keuken staat. Hij heet Max en is een Jood. Ze verstoppen hem in de kelder. De jongeman is een zoon van een oude, overleden vriend van Hans. Liesel raakt enorm gehecht aan Max. En wanneer hij heel ziek is wijkt ze nauwelijks van zijn ziekbed. Max heeft Liesel net zo hard nodig. Zij is zijn ogen van de buitenwereld. Liesel vertelt hoe het buiten is, welk weer het is, wat ze doet en ze zoekt op straat naar kranten voor Max. Door een stomme fout van haar vader slaat Max op de vlucht. De vraag is of hij het wel zal redden.

De fout komt Hans duur te staan. Niet alleen doordat Max nu moet vluchten, maar ook voor zichzelf. Hij wordt geworven voor het leger. Nu is Liesel de twee mannen die haar het meest dierbaar zijn kwijt. Haar vader en Max. Ook de vader van Rudy is opgeroepen. Ondertussen wordt de oorlog steeds grimmiger. Regelmatig vallen er bommen in de buurt en moet iedereen de nacht doorbrengen in een schuilkelder. Gelukkig wordt de buurt steeds op tijd gewaarschuwd en blijft iedereen ongedeerd. Totdat de verteller van het boek zich ermee gaat bemoeien. Hij komt een aantal zielen ophalen en kan daarbij helaas geen rekening houden met de gevoelens van betrokkenen. Hij doet ook maar zijn werk.